Konijnenverdriet Peter G.N. Colpaert Ter attentie van De Graeve, directeur van het bedrijf Hooggeachte heer De Graeve, sta me toe dat ik u schrijf Maar het lijkt me niet verantwoord dat u ook een proefdier heeft Om te kijken welke dosis het aan oogschmink overleeft Met precisie constateren hoe dat sukkelding crepeert Ook al heeft u die processen al miljoen keer bestudeerd En zo lijkt het mij, geachte heer, al meer op lust naar leed Dan op ‘wetenschap’ en ‘nodig’, slaap maar lekker en vergeet. Hooggeachte heer De Graeve, uw cosmeticabedrijf Is zo moeilijk te verzoenen met uw kleine zoon van vijf Die nog godse ganse dagen met zijn jonge kater speelt Die als u dan ’s avonds thuiskomt, vraagt of u z’n hondje streelt Wat een beeld, de dierenkweller met een Teckel op z’n schoot Die zopas nog heeft gefolterd en veretterd en gedood ‘k Moet in stilte u beklagen zonder dat het iemand ziet U begrijpt meneer De Graeve, luidop lachen past hier niet Hooggeachte heer De Graeve, zeg aan niemand wat er schort Zeg gewoon dat van uw spullen altijd iemand mooier wordt Laat de mensen die u lief zijn nooit meer toe op het bedrijf Hou de deuren als vergrendeld, zeker voor uw zoon van vijf Als verboden territorium voor alles wat nog voelt Wat een hart heeft en een ziel heeft en nog alles goed bedoelt Hoogstwaarschijnlijk zult u lachen bij het lezen van die brief U alleen bent door die gruwel economisch productief Hooggeachte heer De Graeve, hooggeachte hypocriet Om u zelf eruit te praten zegt u ‘dieren lijden niet Of toch niet zoals de mensen’ Is die stelling niet corrupt Als u bijtende substanties in konijnenogen drupt Als u al dat weerloos leven heeft verkankerd en geschopt En dan blind en uitgemergeld in containers heeft gedropt? Hooggeachte heer De Graeve, redt nog ietwat uw fatsoen Ga uw zoon vandaag nog vragen nooit als papa te gaan doen.
volgende pagina
vorige pagina
Konijnenverdriet Peter G.N. Colpaert Ter attentie van De Graeve, directeur van het bedrijf Hooggeachte heer De Graeve, sta me toe dat ik u schrijf Maar het lijkt me niet verantwoord dat u ook een proefdier heeft Om te kijken welke dosis het aan oogschmink overleeft Met precisie constateren hoe dat sukkelding crepeert Ook al heeft u die processen al miljoen keer bestudeerd En zo lijkt het mij, geachte heer, al meer op lust naar leed Dan op ‘wetenschap’ en ‘nodig’, slaap maar lekker en vergeet. Hooggeachte heer De Graeve, uw cosmeticabedrijf Is zo moeilijk te verzoenen met uw kleine zoon van vijf Die nog godse ganse dagen met zijn jonge kater speelt Die als u dan ’s avonds thuiskomt, vraagt of u z’n hondje streelt Wat een beeld, de dierenkweller met een Teckel op z’n schoot Die zopas nog heeft gefolterd en veretterd en gedood ‘k Moet in stilte u beklagen zonder dat het iemand ziet U begrijpt meneer De Graeve, luidop lachen past hier niet Hooggeachte heer De Graeve, zeg aan niemand wat er schort Zeg gewoon dat van uw spullen altijd iemand mooier wordt Laat de mensen die u lief zijn nooit meer toe op het bedrijf Hou de deuren als vergrendeld, zeker voor uw zoon van vijf Als verboden territorium voor alles wat nog voelt Wat een hart heeft en een ziel heeft en nog alles goed bedoelt Hoogstwaarschijnlijk zult u lachen bij het lezen van die brief U alleen bent door die gruwel economisch productief Hooggeachte heer De Graeve, hooggeachte hypocriet Om u zelf eruit te praten zegt u ‘dieren lijden niet Of toch niet zoals de mensen’ Is die stelling niet corrupt Als u bijtende substanties in konijnenogen drupt Als u al dat weerloos leven heeft verkankerd en geschopt En dan blind en uitgemergeld in containers heeft gedropt? Hooggeachte heer De Graeve, redt nog ietwat uw fatsoen Ga uw zoon vandaag nog vragen nooit als papa te gaan doen.
volgende pagina
vorige pagina
volgende pagina
vorige pagina