biografie
Peter Colpaert: CHANSONS In 1975 ben ik zeventien en leer ik de Duitse ‘Liedermacher’ Reinhard Mey kennen. Niet persoonlijk maar doodgewoon over de radio. Van dan af moet ik alles hebben wat die man uitbrengt. Ik ben zo danig verknocht en verkocht aan het zeer inhoudelijke lied dat ik begin met het componeren van mijn eigen gedichten. Ik heb een klassieke pianostudie achter de rug maar Reinhard Mey doet het met gitaar. Een gitaar‘pakt beter mee’ en zo vergeet ik voor vele jaren de piano, het instrument dat me muzikaal heeft grootgebracht. De eigen liedjes stapelen zich op, in de schuifla van de kast. Ik schrijf en componeer, ik componeer en schrijf en beland bij studio TOP. Marc Van Beveren, die van ‘van alles en nog wat producer wil zijn, maar die zich daarom nog lang niet muzikaal aan dat ‘van alles en nog wat interesseert, wil mijn lp groot maken, in de kijker brengen, doen verkopen…Zogezegd zo….gezegd Op de laatste dag van de opnamesessie van ‘het luisterlied zal niet meer sterven’ vertel ik aan Marc dat er in Lokeren een talentenjacht van Walter Capiau doorgaat en dat ik wil meedoen. Zoals al vaker bij een talentenjacht, doet er meer dan één talent mee.Een kleine springmuis van elf jaar wint en ik word tweede. (De uitslag is vooraf gekend wanneer je het publiek laat stemmen en wanneer er een meisje van elf meedoet). Die kleine springmuis heet Isabelle. Marc ziet meteen meer brood in springmuizen dan in luisterliedkwaliteit en diezelfde avond slaat hij Isabelle aan de haak met een hele boel beloftes. ‘Zogezegd zogezegd’ is al vaker de leuze van veel mensen en zo laat Marc mij meer en meer mijn eigen gang gaan. (anders uitgedrukt laat hij mij het werk opknappen waarvoor ik hem betaald heb) Een tijd later rijden Marc en ik toch nog een keer naar Brussel om de radio te bezoeken en om daar twee albums te promoten. Die van mij en die van Isabelle A.(herinner je de springmuis) De verdere promotie van ‘het luisterlied zal niet meer sterven’ heb ik zelf gedaan. En omdat ik nogal weinig tijd heb en om promotie niet zoveel geef… Toch geraak ik binnen bij de toenmalige BRT voor een eenmalige televisieopname. In het programma Fanclub,dat naar talenten speurt, mag ik een nummer brengen. Ik kies zelf voor mijn gesproken lied ‘Van Roodkapje en de boze wolf’, een  persiflage op het aloude werk dat iedereen kent. Dit was in 1988. In datzelfde jaar sta ik nog wat met Stef Bos, de betreurde Bart Vandenbossche, en de actrice Els Dottermans op de planken inKK88.               lees verder
biografie
Peter Colpaert: CHANSONS In 1975 ben ik zeventien en leer ik de Duitse ‘Liedermacher’ Reinhard Mey kennen. Niet persoonlijk maar doodgewoon over de radio. Van dan af moet ik alles hebben wat die man uitbrengt. Ik ben zo danig verknocht en verkocht aan het zeer inhoudelijke lied dat ik begin met het componeren van mijn eigen gedichten. Ik heb een klassieke pianostudie achter de rug maar Reinhard Mey doet het met gitaar. Een gitaar‘pakt beter mee’ en zo vergeet ik voor vele jaren de piano, het instrument dat me muzikaal heeft grootgebracht. De eigen liedjes stapelen zich op, in de schuifla van de kast. Ik schrijf en componeer, ik componeer en schrijf en beland bij studio TOP. Marc Van Beveren, die van ‘van alles en nog wat producer wil zijn, maar die zich daarom nog lang niet muzikaal aan dat ‘van alles en nog wat interesseert, wil mijn lp groot maken, in de kijker brengen, doen verkopen…Zogezegd zo….gezegd Op de laatste dag van de opnamesessie van ‘het luisterlied zal niet meer sterven’ vertel ik aan Marc dat er in Lokeren een talentenjacht van Walter Capiau doorgaat en dat ik wil meedoen. Zoals al vaker bij een talentenjacht, doet er meer dan één talent mee.Een kleine springmuis van elf jaar wint en ik word tweede. (De uitslag is vooraf gekend wanneer je het publiek laat stemmen en wanneer er een meisje van elf meedoet). Die kleine springmuis heet Isabelle. Marc ziet meteen meer brood in springmuizen dan in luisterliedkwaliteit en diezelfde avond slaat hij Isabelle aan de haak met een hele boel beloftes. ‘Zogezegd zogezegd’ is al vaker de leuze van veel mensen en zo laat Marc mij meer en meer mijn eigen gang gaan. (anders uitgedrukt laat hij mij het werk opknappen waarvoor ik hem betaald heb) Een tijd later rijden Marc en ik toch nog een keer naar Brussel om de radio te bezoeken en om daar twee albums te promoten. Die van mij en die van Isabelle A.(herinner je de springmuis) De verdere promotie van ‘het luisterlied zal niet meer sterven’ heb ik zelf gedaan. En omdat ik nogal weinig tijd heb en om promotie niet zoveel geef… Toch geraak ik binnen bij de toenmalige BRT voor een eenmalige televisieopname. In het programma Fanclub,dat naar talenten speurt, mag ik een nummer brengen. Ik kies zelf voor mijn gesproken lied ‘Van Roodkapje en de boze wolf’, een  persiflage op het aloude werk dat iedereen kent. Dit was in 1988. In datzelfde jaar sta ik nog wat met Stef Bos, de betreurde Bart Vandenbossche, en de actrice Els Dottermans op de planken inKK88.               lees