Net 72 geworden (20 mei – 2 dagen geleden) wierp Boudewijn De Groot
samen met z’n begeleidingsband een blik in de geschiedenis. In het
openingslied "Heemsteedse Dreef" bezong hij de steden en landen die indruk
nagelaten hadden in zijn vijfenvijftig jarige carrière, maar ook het dorp
Heemstede, waar hij z’n hart verloren had en waar hij steeds weer thuiskwam.
Ook in "Het Meisje En Het Blauwe Meer" werd achterom gekeken, deze keer
naar De Groots Gentse periode. Het publiek hoorde dat het goed was.
"Weerzien" ging over een jonge, stukgelopen relatie en de angst om elkaar
later terug te ontmoeten en voelen dat de verliefdheid nog niet verdwenen
was.
Hierna dook ie muzikaal in z'n verleden. Boudewijn had ervoor gekozen om
klassiekers zoals "Verdronken Vlinder" en "Testament" achterwege te laten
wegens al te veel gespeeld en koos voor de vergeten pareltjes. "Als Jij Niet
Van Me Houdt" was het eerste in de rij, even later volgde het enkel op single
uitgebrachte "De Kinderballade". Tussendoor bracht De Groot "Ik Speel
Gitaar", een tekst van Jan Rot die hij van muziek voorzien had en "Lente", van
de Vlaamse zanger/dichter (en componist, nvdr)Peter N.G. Colpaert.
Het zou niet de laatste keer
zijn dat hij andermans teksten bracht.
Dirk Vanhees
‘Lente’ van Boudewijn de Groot (muziek) en Peter Colpaert (tekst) gezongen door
Anne-Mieke Ruyten